Blog vrijwilligster

STIL GEBAAR

Meneer op kamer 1 was een stille, teruggetrokken man. Ik voelde me niet onwelkom als ik zijn kamer betrad, maar merkte wel dat veel tekst niet te verwachten was van hem en gepraat over het weer of iets dergelijks waarschijnlijk niet goed zou vallen.

Dat is zo mooi van ons hospice: het respect naar iedere gast toe hoe hij of zij is. Het in zijn waarde laten van de mens en zijn of haar wensen zoveel mogelijk in te willigen. Wil een gast graag gezelschap, dan lopen we wat vaker langs en maken een praatje of lezen ergens uit voor. Wil een gast liever met rust gelaten worden, dan houden we daar rekening mee door niet te vaak aan te kloppen.

Dat laatste gold ook voor meneer op kamer 1. Op een gegeven moment moest ik naar hem toe om iets te vragen. Misschien over het avondeten, dat weet ik niet meer. Hij zat aan zijn tafel en ik ging even naast hem zitten. Soms praat het prettiger op gelijke hoogte.

Ik nam even de tijd, begon niet meteen mijn vraag op hem af te vuren. Hij zei ook niets. Voor hem stond een bakje met nootjes en zijn glas drinken. Zijn hand schuift op de tafel mijn richting uit en daar liggen een paar nootjes voor mij.

Dit zwijgende gebaar ontroerde mij hevig.

Voor mij zijn dit dé momenten waar het om gaat: samen zijn, met nadruk op “zijn”. Ik zie jou en ik ben er voor jou. Daar zijn geen woorden of grote gebaren voor nodig.

Deze gebeurtenis symboliseert dat ik als vrijwilliger ook iets ontvang door in het hospice te werken. Ik geef mijn tijd, aandacht en energie en ontvang dankbaarheid, vertrouwen en nabij mogen zijn.

Scroll naar boven