Blog naaste

Zaterdag 29 februari werd mijn vader opgenomen in hospice Dôme. De dagen daarvoor ging het niet meer, hij had veel last van complicaties. Dit was het omslagpunt waarvan we hadden verwacht dat het zou komen, alleen blijven was niet meer verantwoord.

Na de slechte diagnose in november 2019 hadden we, op advies van de thuiszorg, een afspraak gemaakt voor een kennismakingsgesprek met het hospice. Hoewel het daarna duidelijk was dat dit de juiste plek voor hem was om naar toe te gaan, bleef het voor mijn vader toch een grote stap om in te schatten wanneer het ook echt het juiste moment zou zijn. 

En toen ging het ineens snel en voelde hijzelf dat hij achteruitging. Bij aankomst in het hospice werden we ontzettend warm ontvangen, de arm om mij heen zorgde al voor een ontlading van alle emoties van afgelopen tijd. Mijn vader kreeg iets te eten, de verwarming op zijn kamer stond al aan en, omdat de huisarts had gezegd dat hij het zo koud had, werden er kruiken in zijn bed gelegd. Zo lief en persoonlijk. 

Het gaf mijn vader rust om daar te zijn, hij kon immers nog een paar keer terug naar zijn oude huis om wat spulletjes te pakken en dingen uit te zoeken. En vrienden en familie konden allemaal op bezoek komen. Hij zag de toekomst met veel vertrouwen tegemoet. 

Maar het coronavirus greep ondertussen steeds meer om zich heen en na ongeveer een week kwam er slecht nieuws. Die middag had ik mijn vader nog even meegenomen naar het ouderlijk huis om wat spulletjes op te halen. Bij terugkomst werd de hartelijke hand bij de deur onwennig afgehouden en er werd aan mij gevraagd of ik gezondheidsklachten had. 

Tijdens een gesprek met de zorgmanager werd ik bijgepraat. Zij had contact gehad met arts en met de andere MT-leden en zij gaven aan dat de corona situatie serieus genomen moest worden. Dat dit weleens ontzettend groot kon worden en dat een instelling als het hospice waarschijnlijk het beleid zou moeten aanpassen. 

Er mocht bij binnenkomst geen hand meer worden geschud en er kwam desinfectiemiddel bij de ingang. Bezoek uit risicogebied mocht voorlopig niet op bezoek komen, dus ook niet onze naaste familie uit Brabant. En toen was ik ineens het enige bezoek van mijn vader: voorlopig zo min mogelijk mensen naar binnen was de nieuwe richtlijn. Ik zag de medewerkers vechten tegen de tranen toen ze het ons moesten vertellen en wat vinden ze het moeilijk om je niet even te knuffelen. 

Mijn vader is van de generatie dat je doet wat de dokter en de regering zegt, hij legde zich erbij neer. Die nachten sliep hij slecht, hij maakte zich veel zorgen. Gaat hij zijn familie nog zien? Wanneer hij huilt wil ik zijn hand vastpakken en hem stevig vasthouden, maar ik doe het niet. Samen huilen we, op 2 meter afstand van elkaar. 

Hoewel mijn vader het nieuws goed volgt, kan hij zich niet voorstellen hoe het ‘buiten’ het hospice is. Voor een zelfstandige man als mijn vader is het een moeilijke tijd, hij voelt zich opgesloten. De medewerkers zoeken naar oplossingen en stellen voor om hem te laten verhuizen naar een andere kamer, waar hij de tuin in kan lopen. Op een middag verhuizen we alles weer over en hij geniet. De vogels in de tuin en het idee dat hij naar buiten kan lopen door de tuindeuren geeft rust.

De toekomst zien we met vertrouwen tegemoet, samen met de lieve medewerkers komt het goed. Mijn vader voelt zich thuis en veilig in het hospice. Aan het idee om nu nog thuis te zijn en afhankelijk te zijn van mantelzorg en thuiszorg in deze periode durf ik niet eens te denken. Wat zullen er veel mensen wanhopig zijn. Wat een cadeau is het wanneer er zo goed voor je wordt gezorgd, en dat ik weer dochter kan zijn in plaats van mantelzorger. 

We genieten van wat we wel hebben, en zijn het hospice enorm dankbaar.

Scroll naar boven